Twee jonge spelers, Matthyn Oost en Wesley Zoutman, vertrekkken op eigen kracht naar Canada toe om te gaan trainen. Hoe kijk jij hier tegenaan?
Jacco: Ik vind het een leuke ontwikkeling. Enerzijds ben ik benieuwd hoe het ze zal vergaan, en anderzijds, mocht het goed gaan, zetten ze Nederland ook wel een beetje op de kaart. Dus deze gang van zaken kunnen we, voor nu, alleen maar toejuichen.
Richard: Voor die jongens is dit een gouden kans die ze moeten aangrijpen, Lukt het niet, dan lukt het niet, maar dan hebben ze straks wel een geweldige ervaring in hun bagage zitten. En lukt het wel: dan hoopt iedereen natuurlijk op het ‘Sprong-effect’. Dan zitten de fans bij FaceOff in ieder geval op de juiste plaats om hen te volgen!
Cor: Ik denk dat zij een goed voorbeeld hebben aan Daniel Sprong, niet geheel met elkaar te vergelijken maar wel een beetje. Sowieso is Canada het land van het ijshockey, daar kun je op iedere straathoek trainen en de faciliteiten en kwaliteit ligt daar veel hoger. Mochten ze het niet redden en komen ze terug, dan hebben ze zoveel meer in hun bagage waar hun toekomstige teams ook weer van kunnen profiteren. Eigenlijk een win-win situatie.
Dennis: Hulde! Dit hangt natuurlijk een beetje samen met de vraag over de investering in de jeugd in Nederland. Zolang de faciliteiten hier niet goed genoeg zijn, moet je bijna wel een keuze als deze maken om het maximale uit jezelf te halen. En met Sprong als voorbeeld, is Canada wellicht ineens helemaal zo’n gek idee niet meer voor de Nederlandse jochies. Of het op persoonlijk vlak verstandig is om op je 15e/16e naar de andere kant van de plas te gaan, is altijd een gok.
Je kan er een enorm sterke vent van worden, of je kan als een kaartenhuis in elkaar storten en wegkwijnen van de heimwee naar zoete drop en hagelslag. Sowieso is het wel interessant om dit in de gaten te houden. Goed voorbeeld doet immers goed volgen!