214 interlands, ruim 800 officiële duels en lid van de Nederlandse ploeg die op de Olympische Spelen van Lake Placid speelde. Vraag aan een willekeurige voorbijganger wie de beste Nederlandse ijshockeyspeler is, en de kans is aanzienlijk dat men Ron Berteling zegt. Vandaag wordt hij 60 jaar en komende zaterdag speelt hij een prachtige wedstrijd op de Jaap Eden IJsbaan; Ron60. Puck drop om 14:30 uur. Ed Versteeve sprak met Berteling over zijn feestje en, hoe kan het ook anders, over het ijshockey.
AMSTERDAMS TINTJE
,,Het wordt een onwijs leuke dag zaterdag.” zegt het ijshockeydier in hart en nieren. ,,10 jaar geleden was het Amstel Tijgers tegen de rest van het land. Nu gaan we spelen met spelers waarmee ik in Amsterdam gespeeld heb, een aantal spelers uit Amsterdam die ik gecoached heb, plus wat gastspelers. Het duel heeft een Amsterdams tintje, ik heb er onwijs veel zin in. Ik train gewoon elke dag om zo fit mogelijk op het ijs te staan, want ik moet natuurlijk wel goed voor dag komen” lacht de jarige.
Berteling heeft nog geen seconde op het ijs gestaan, maar wat hem betreft is de dag nu al geslaagd. ,,Ik heb zo onwijs veel toffe reacties gehad van iedereen. Het is echt ouwe jongens krentenbrood, zo mooi. Voor de wedstrijd gaan we gewoon de kleedkamers in, lekker broodjes eten, oude en vooral sterke verhalen ophalen en dan gaan we om 14:30 het ijs op.”
KLEINE RON
Het is dik vijftig jaar geleden als Kleine Ron voor het eerst met ijshockey in aanraking komt. ,,Ik zou eigenlijk gaan basketballen bij de club van mijn vader. Hij speelde destijds met Ton Boot samen. Maar ik mocht niet, want ik was te jong, ze hadden geen teams voor 7-jarige jongens. Ik vond heel veel sporten leuk, want als kind ging je gewoon altijd buiten spelen in die tijd. Ik was een alleskunner; voetbal, basketbal, schaatsen, ik vond alles leuk.”
Zoals het zo vaak gaat bij kinderen, ging ook Ron een keer met een vriendje mee. In dit geval naar ijshockey. ,,Man, ik was gelijk verkocht. Open ijsbaan, schaatsen, scoren, ik vond het geweldig! Ik werd er steeds beter in. Vroeger hadden we ook wel een beetje mazzel, dan kon je gewoon vier wedstrijden spelen in een weekend. Was ik veertien jaar, speelde ik in verschillende teams mee, dat kon toen ook gewoon. Ik maakte heel veel ijstijd, dat is voor iedereen het beste wat er is. Trainen, trainen, trainen, en veel spelen.” glundert Berteling.
HEDENDAAGS IJSHOCKEY
Het Nederlandse ijshockey heeft het moeilijk tegenwoordig. Geen NOC*NSF status, financieel is het heel hard werken om zaken op orde te krijgen. ,,Het is altijd makkelijk om vanaf de zijlijn dingen te roepen. Pak hem beet tien jaar geleden riepen er wat mensen ‘wat een …jeugd’, waarop ik zei dat je die nog heel hard nodig zult hebben wil je vooruit komen. In Amsterdam gingen we toen lekker, maar pak even de situatie van vijf jaar geleden erbij. Dramatisch was het op dat moment.”
Berteling vervolgt: ,,Je kunt het ook niet afzetten tegen het niveau van de jaren 80. Toen was er een niveau, dat is er nu ook. Maar in de basis is het niet heel veel verschillend als je kijkt vanuit de speler. We moesten allemaal werken, we hadden het allemaal druk, maar je moet wel een bepaalde mindset hebben om alles eruit te halen wat er in zit. Als je dat niet doet, dan word je simpelweg als speler niet beter.”
MENTALITEIT
,,Het komt allemaal aan op een stukje topsportmentaliteit, vind ik.” Als je twee keer, max drie keer per week traint en één wedstrijd speelt per week, dan maak je te weinig ijstijd om vooruit te komen. Dat vind ik écht. Kijk, als je hierop wilt blijven hangen, dan moet je accepteren dat dit het eindstation is en het plafond in Nederland.
,,Je moet veel meer kunnen trainen en je moet minimaal twee duels per week spelen. Daar word je beter van. Dan hoor je wel eens ‘Ja Ron, maar die spelers moeten ook nog werken en met de kans op blessures…’, Sorry, maar dat vind ik onzin. Dat is altijd zo geweest. Ook als je één keer per week traint kun je een blessure oplopen.” zegt hij gedreven.
BENE LEAGUE
Dat het komende seizoen de BeNe League duels en bekerwedstrijden in één weekend zitten, juicht Berteling toe. ,,Qua intensiteit maak je daar dan een stapje in. Aan de andere kant; hoe lang duurt het bekerseizoen? Dat loopt niet het hele seizoen door, dat is zonde.”
Er was geharrewar vanuit Nederland om de BeNe League eerst op te heffen om daarna alsnog verder te gaan. Dat er weerstand is onder sommige spelers snapt hij wel, tóch is hij voorstander van de competitie met de Belgen. ,,Het is goed om ploegen als Herentals en Luik te treffen, Toch weer twee extra sterke tegenstanders die je kunt treffen. Maar ik snap het ook dat als je zondag om 20:00 uur moet spelen en je wint met grote cijfers, dat je dan de meerwaarde niet ziet.”
TILBURG TRAPPERS
Dé Nederlandse ijshockeyploeg van dit moment is onmiskenbaar Tilburg Trappers. Mister Ijshockey bekijkt wat er in Brabant gebeurt, het met veel waardering. ,,Trappers is een voorbeeld van een topclub, eigenlijk zoals het overal moet gaan. De organisatie staat als een huis, in alle lagen is het professioneel opgezet, én ze blijven zich voortdurend verbeteren.”
De gemeente Tilburg is achter de club gaan staan en dat scheelt. ,,Dat is natuurlijk prachtig, maar het is vooral te danken aan de mensen binnen Trappers zelf. Zij hebben dit beleid uitgerold, met een helder doel voor ogen. Op termijn moet de DEL2 bestegen worden. Daar zit nog wat werk in, maar men laat zich niet gek maken. Het is toch fantastisch dat zij voor in een uitverkochte hal spelen, dat sponsors bijna over elkaar heen vallen om iets voor de club te doen? Tilburg ademt ijshockey op dit moment en ik hoop dat andere clubs ook zulke organisatorische stappen durven te nemen. Op dat vlak zijn ze in Heerenveen en Den Haag prima op weg. Daar zitten de wedstrijden ook tjokvol qua toeschouwersaantallen.” roemt hij de Brabantse Oberliga ploeg.
ALCMARIA FLAMES
Wie denkt dat Berteling na zijn afzwaaien bij Tijgers niets meer doet, heeft het mis. Tegenwoordig is hij betrokken bij de opzet van Alcmaria Flames, een gloednieuwe ijshockeyclub. ,,Ik werd eens benaderd of ik iets wilde doen voor een ploeg die vanaf nul gebouwd moest worden. De plannen zagen er leuk uit en ik wilde daaraan bijdragen. Sowieso is trainen met jeugd leuk; spelvreugde alom, en je kunt ze op die leeftijd ook beter maken. Dat is wat ik zo graag doe; spelers beter maken, want zelf kan ik het niet meer.” zegt hij met een knipoog.
,,We begonnen met twintig kinderen en hebben er nu al vijftig. We spelen komend seizoen met een U8, U10 en een U12 team. Ook komt er nog een complete U14 ploeg uit Amsterdam over. We hebben echt heel veel voor elkaar gekregen al. Beetje bij beetje groeien we in Alkmaar en dat is fantastisch om te zien. Daar zit zoveel liefde en passie voor de sport, heerlijk!” aldus de 60-jarige jonge god, die straalt als het over Alcmaria gaat.
DANIEL SPRONG
Net als Face-Off volgt Berteling de ontwikkelingen rond Daniel Sprong op de voet. ,,Ik weet nog goed dat hij voor het eerst bij Amsterdam op het ijs stapte. Dat ventje had zo’n enorm talent, dat droop er gewoon vanaf. Dat zijn familie gewoon alles heeft achtergelaten voor Daniel om zijn NHL droom na te jagen is natuurlijk even dapper als prachtig. En als je dan ziet dat hij er nu al bij is geweest en opnieuw erbij kan zijn bij Pittsburgh? Daar kun je alleen maar je pet voor afnemen. Niet alleen voor Daniel, maar zeker ook voor Hannie en Sandra, die álles gaven om Daniel zijn droom na te jagen. Daarnaast speelt hij ook nog eens voor mijn favoriete team Pittsburgh Penguins. Met de allerbesten he, Crosby en Malkin. Heb je wel eens gekeken naar de puck protection van Crosby? Daniel kan letterlijk op zijn vingers meekijken, op dit moment is er geen betere speler ter wereld.”
Sprong dient als voorbeeld voor veel jonge ijshockeyspelertjes op dit moment vindt Berteling. ,,Je ziet dat het met heel hard werken kán. Ik weet dondersgoed dat niet iedereen de oversteek kan maken naar Canada, maar je kunt ook hier in Nederland beginnen met elke dag op het ijs staan om beter te worden. Als je daar vroeg mee begint én de wil hebt, dan kun je het niveau in Nederland twee klassen opkrikken. Dan moet het overigens wel door bond en clubs gefaciliteerd worden. Maar het moet met de basis beginnen, trainen, trainen, trainen en spelen. Zoveel je kunt!” sluit Berteling af.
