Leuk voor de lezers: hoe ben jij in aanraking gekomen met ijshockey? En wat voor rol speelt dit in jouw dagelijkse leven?
Cor: Dat is heel makkelijk te verklaren, ik ben begonnen met de Olympische spelen van 1972 en 1976 waar de Russische rode machine iedereen van het ijs speelde en ik dacht wauw wat een leuke sport. In 1984 werd ik als militair gestationeerd in Duitsland bij de NAVO 41ste Pantserbrigade (toen had je de koude oorlog nog) en kwam ik in aanraking met een hoop Amerikaanse militairen en die hadden op hun kazernes Amerikaanse TV via CBS. Daar heb ik het begin van de gloriejaren van de Oilers met Wayne Gretzky mee kunnen maken. Zodoende is mijn voorliefde voor de Edmonton Oilers ontstaan. Bij mijn terugkomst in Nederland in heb ik af en toe nog een wedstrijdje van de Rotterdam Panda’s bezocht in het Weena. Daarna is de ijshockey bubbel in mij wat gedoofd, maar na de draft pick in 2015 van Connor McDavid voor de Oilers is die weer helemaal opgebloeid. Als kers op de taart ben ik in de gelukkige omstandigheid geweest om eindelijk, na al die jaren, in Edmonton de Oilers te bezoeken nog geen dikke twee weken geleden, en dat was een belevenis van jewelste. Het is echt een absolute aanrader om een keer een NHL wedstrijd te gaan bezoeken. De sfeer en ambiance die je daar aantreft overtreft je stoutste verwachtingen. Voor het nieuwe seizoen ga ik zeker ook eens kijken in de Deutsche Erste Liga wat toch ook een aardig niveau heeft. En hoewel de Oilers dit jaar geen play-offs spelen, support ik de andere Canadese teams in die strijd om de Stanley Cup.
Richard: Natuurlijk keek ik op de Olympische Winterspelen altijd naar ijshockey. Een jaar of tien geleden was ik op stedentrip in mijn favoriere stad New York. Ik wilde per sé naar New York Rangers toe, om die échte Amerikaanse sfeer mee te maken. Eenmaal binnen… compleet verkocht natuurlijk! Van de Rangers heb ik maar weinig wedstrijden gemist sindsdien. Sinds we met Face-Off zijn gestart ben ik Amsterdam Tigers watcher geworden. Met veel plezier zie ik hun wedstrijden. De manier waarop de spelers open staan voor de aandacht die wij hen bieden, vind ik opzienbarend mooi. Daar kan men in andere sporten nog wel wat van leren!
Jeroen: Halverwege de jaren negentig zag ik het ijshockey op de Olympische spelen. En die Maple Leaf op het shirt vond ik iets magisch hebben. Het was natuurlijk nog pré internet voor het grote publiek. Dus ik ging NHL spelen op de pc. Daar kwam ik die Maple Leaf weer tegen, dit keer in het wit op een blauwe jersey. Ik ben Toronto vanaf dat moment gaan volgen. Ik zat regelmatig in de bibliotheek om op internet alles over de club en competitie te volgen. Sindsdien volg ik echt alles van wat er in “Leafs Nation” gebeurt. In het weekend probeer ik alle wedstrijden live te kijken. Hoewel dat met twee jonge kinderen, flink energie vreet. Maar ik heb het er voor over. Straks gaan de Playoffs weer voor zware dagen zorgen, ik kan niet wachten. Sinds we met Face-Off zijn begonnen, heeft de BeNe League competitie mij ook te pakken. Ik vind het geweldig om er zo dicht op op te zitten. Vanaf volgend seizoen probeer ik voor Face-Off alle thuiswedstrijden van Unis Flyers te bezoeken, en verslag te doen.
Reginald: Ik ben opgegroeid vlakbij Keulen, “die Haie” waren eind jaren 70, begin jaren 80 al aanwezig. Als tiener zag ik spelers als Udo Kiessling of Zweedse imports als Nilsson en Milton aan het werk, en dat was meer dan indrukwekkend. Gerhard Kühnhackl, de opa van Tom Kühnhackl (de Duitse winger van Pittsburgh Penguins) was destijds coach van de Keulse kampioenenploeg, en zijn vader Erich Kühnhackl topscorer!
IJshockey verdween dan weer uit mijn leven, tot plots mijn toen 7-jarige zoon wilde spelen. Op het ijs knallen met een helm op vond hij fantastisch, en zo zijn we weer al meer dan 10 jaar close met ijshockey. Als ouder ga je graag mee in het sportieve verhaal van je kinderen. Ondertussen hebben we al heel wat interessante mensen in het wereldje ontmoet en wat ijsbanen in en buiten de Benelux bezocht.