Het kunststukje van de Pittsburgh Penguins is ten einde gekomen. Na negen opeenvolgende gewonnen series in de Playoffs volgde de eerste nederlaag onder coach Mike Sullivan tegen de Washington Capitals. De eerste club die de titel wist te prolongeren sinds de invoering van het budgetplafond, ligt er dit jaar in de tweede ronde al uit. Face-Off analyseert wat er mis ging.
1. Verlies aan ervaring
Succes kent vele winnaars en de Penguins moesten dan ook, soms om financiële redenen, afscheid nemen van een aantal ervaren krachten. Met Fleury, Bonino, Kunitz, Cullen, Daley, Hainsey, Streit en Cole verloor het 18 Stanley Cup ringen in de kleedkamer. En dat niet alleen: gasten als Kunitz en Cullen gingen voorop in de strijd en wisten wat er geleverd moest worden op belangrijke momenten. Het is het onvermijdelijke gevolg van succes in een league waarin een budgetplafond gehanteerd wordt, op den duur lever je aan kwaliteit en ervaring in.
Bekijk hoe Fleury voor het eerst terugkeerde naar de Pittsburgh Penguins als goalie van de Vegas Golden Knights.
2. Stanley Cup Hangover
300 wedstrijden in 3 jaar gaan je niet in de koude kleren zitten. Dit team moest ooit tegen vermoeidheid en teleurstelling aan lopen. Dat was een kwestie van tijd. Het seizoen begon matig voor de Pens en ondanks een kleine opleving in januari en februari, zette de stijgende lijn niet door richting de playoffs, zoals die dat in voorgaande jaren juist wel deed.
3. Belangrijke spelers lieten het afweten
Buiten de Crosby-lijn, die werd gedragen door Jake Guentzel (21 punten in 12 wedstrijden), hebben we weinig offensieve kracht kunnen ontdekken bij de Penguins. Sterren als Evgeni Malkin (8 punten in 9 wedstrijden) en met name Phill Kessel (9 punten in 12 wedstrijden, slechts 1 goal) lieten het echt afweten. Beide spelers hadden te kampen met blessures. Kessel loste amper een schot en was niet de belangrijke speler van de voorgaande twee seizoenen, waar hij in het reguliere seizoen juist zijn beste cijfers ooit noteerde (93 punten in 82 wedstrijden). Ook de blessures van Carl Hagelin en Patric Hornqvist zaten de Penguins dwars.
Toch zijn het misschien wel de verdedigers die het het meeste hebben laten afweten dit jaar. Justin Schultz (1 goal in 12 wedstrijden) was op geen moment de aanvallende kracht die hij vorig seizoen was en Kris Letang luidde met verkeerde beslissingen en slecht getimede wissels een aantal belangrijke tegengoals in. Ondanks dat Letang aanvallend, met 3 goals en 8 assists, juist heel sterk was, werd het gemis van een echte verdediger als Ian Cole pijnlijk duidelijk. Dat is bijzonder jammer, want Brian Dumoulin en Olli Maatta speelden juist een stuk beter dan ze ooit hadden gedaan.
Zie bijvoorbeeld deze goal van Kuznetsov die in Game 5 de Capitals op het juiste spoor zette. Een minuut bezig en dan al zo naïef wisselen, dat komt je duur te staan!
4. Murray was gewoon minder dan eerdere seizoenen
Voor het eerst waren alle ogen gericht op goalie Matt Murray. De eerste goaltender die als rookie twee(!) Stanley Cups won, had dit keer niet de betrouwbare Marc-André Fleury achter zich. Los van of Fleury nou een betere stand-in is dan Casey DeSmith (geloof ons, dat is hij echt wel), is Fleury ook een hele goede teamgenoot. De twee werkten in vorige seizoenen echt als een tandem en Murray zal zijn concurrent dit seizoen zeker hebben gemist. Hoe dan ook was het een lastig seizoen voor Murray, die ook nog eens last had van blessures en het verlies van zijn vader moest zien te verwerken. Hij eindigde het reguliere seizoen met slechts 49 wedstrijden (voor een starting goalie is 60 een beetje de norm) en een savepercentage van slechts .907, waar het gemiddelde in de league op .924 ligt.
De Canadees met Nederlandse roots leek het tij te keren met een shutout in de eerste wedstrijd tegen de Philadelphia Flyers, maar al snel daalde het savepercentage. Waar hij vorig jaar .937 van de schoten tegenhield, daalde dat dit seizoen naar een ondergemiddelde .908. In de tweede ronde werd hij ronduit afgetroefd door Braden Holtby in hun matchup. Een paar zwakke goals die erin gingen bij Murray, terwijl Holtby juist steeds op de juiste plek stond, was de grootste doorslaggevende factor in de fatale serie. Al moet ook worden gezegd dat de Caps het iets makkelijker hadden met de verdediging van de Penguins.
5. Trades waren minder gelukkig
Waar General Manager Jim Rutherford in 2016 en 2017 voor een groot deel het succes op kon eisen, was hij net wat minder succesvol met zijn trades afgelopen seizoen. Justin Schultz, Trevor Daley, Carl Hagelin en Phil Kessel, allemaal bloeiden ze bij de Penguins op en hadden ze hun aandeel in de Stanley Cups die werden gewonnen. Hoe anders was dat dit jaar.
Jamie Oleksiak was zonder twijfel een schot in de roos. Dat was weer een van de beruchte rehabilitatieprojecten van Rutherford. Ook Riley Sheahan bewees op den duur zijn waarde. Derrick Brassard (12 punten in 26 wedstrijden) viel echter tegen en over verdediger Matt Hunwick moeten we eigenlijk niet eens beginnen. Toegegeven, van Hunwick werd door de fans weinig verwacht, maar hij tekende wel een meerjarige miljoenendeal en Rutherford had veel vertrouwen in hem. Uiteindelijk speelde Hunwick echter geen minuut in de playoffs. Voor Brassard gaven de Penguins Ian Cole, Ryan Reaves en hun eerste draft-keuze op. Hoewel Brassard niet slecht speelde, had men er meer van verwacht. Vooral het verlies van Cole in de trade, heeft de Penguins veel gekost. De spoeling achterin werd te dun en dat leidde tot grote kansen voor zowel de Flyers als de Caps.
Al met al ging er dit seizoen gewoon veel mis voor de Penguins. Je kunt zeker argumenten bedenken waarom het in eerdere seizoenen mis had kunnen gaan. Zo waren er blessures voor Letang, Malkin en Crosby vorig seizoen. Uiteindelijk is de concurrentie gigantisch in de NHL en zijn het kleine dingetjes die het verschil kunnen maken. Om de Stanley Cup te pakken moet alles op zijn plek vallen en dit seizoen waren er simpelweg teveel zaken die niet liepen zoals ze moesten en dus werd het geen ’three-peat’ voor de Pens.