Face-Off bestaat uit negentien redactieleden die gek zijn van ijshockey. Waar komt de passie voor de sport bij jou vandaan? En wat is een ijshockeymoment dat je (tot nu toe) altijd zal bijblijven?
Cor: De sport heb ik leren kennen eind jaren ’70 begin ’80 op de TV tijdens de Olympische Winterspelen. Paps was voor Canada en ik ging was dan tegendraads voor de Russen. Alhoewel die toen ook het allerbeste ijshockey speelde. Wie kent ze niet ‘de rode machine’ toentertijd. Zo is bij mij de liefde voor de sport ontstaan. Het ijshockeymoment op het ijs is natuurlijk Lake Placid, daar waar de onverslaanbaar geachte Russen klop kregen van de USA die met een “tweederangs” team toen meededen, zonder de echte NHL-sterren.
Voor mezelf is mijn ijshockey moment toen ik mede dankzij Face-Off als mediavertegenwoordiger naar de Edmonton Oilers kon en in de kleedkamer stond met sterren als Connor McDavid en Leon Draisatl in maart 2018. Inmiddels zijn we aan het eind van 2018 en ben ik ook al op visite geweest bij de NHL Global Series en de KHL World Games.
Jonathan: Wat zal ik zeggen: het is gewoon een heel erg verslavend spelletje. Ik ben vorig jaar in april begonnen met ijshockey als speler en werd in de zomer omgetoverd tot goalie. Sindsdien laat de sport mij niet meer los (en andersom ook natuurlijk). Voor die tijd volgde ik de sport wel, maar dat was wat meer sporadisch. Mijn mooiste ijshockey moment: dat zijn er zo veel… Ik denk dat voor mij persoonlijk de eerste periode van zomerijs het mooiste is geweest: dat was waar ik echt persoonlijk met ijshockey betrokken raakte, en waar ik mijn latere teamgenootjes heb ontmoet. Vijf maanden lang lekker veel spelen en leren op het ijs; mooier dan dat kan je het voor mij niet maken.
Tim: Het tweede jaar dat ik ijshockey echt uitgebreid ben gaan volgen was het jaar waarin de Pittsburgh Penguins hun eerste van twee opeenvolgende cups wonnen. Het opblijven en het meebeleven van die winst was wel echt het hoogtepunt van mijn ijshockeybelevenis.
Een jaar later ben ik de Penguins op gaan zoeken. In New York versloegen ze de Rangers na overtime. Vlak voor tijd maakten de Rangers gelijk en vervolgens ging Sidney Crosby in OT onderuit. De Rangers kwamen met zijn drieën op Matt Murray afgeschaatst, maar die hield wonder boven wonder zijn doel schoon. Ik zat daar vlak achter. De sfeer in het stadion en het feit dat de Pens uiteindelijk alsnog wonnen na shoot-outs (waar ik achter het doel zat waar de Pens in scoorden)… ja, beter dan dat wordt het niet.
(NB: Na 3:04: Die twee witte shirt achter goal die staan te juichen bij de save? Ja daar stond ik!)
Tom: Toen mijn Amerikaanse tante naar Nederland verhuisde was ik vier jaar, door haar kwam ik in aanraking met ‘Amerikaanse’ sporten. Voor mij sprong ijshockey er meteen tussenuit. En zo ben ik via de St. Louis Blues fan geworden van de sport. Inmiddels is mijn liefde wel opgeschoven richting de Toronto Maple Leafs, de historie van deze club en hoe de stad in het teken van deze sport staat zijn gewoon niet te negeren. Het ijshockey moment wat mij (en Craig Anderson) altijd bij zal blijven is het magische debuut van Auston Matthews in de NHL.