Slepende blessures zijn er de oorzaak van dat Nick de Ruijter met zijn geliefde sport ijshockey moet stoppen.
ROSTOCK UIT
Zondag 10 februari 2019 gaat het fout. Op bezoek in Rostock haalt Giovanni Vogelaar uit tijdens een powerplay. De Ruijter krijgt de puck keihard op zijn hoofd achter zijn linkeroor. Hij wilde verder spelen, maar dat werd wijselijk afgeraden. Bij de check door een ambulancebroeder ging het licht letterlijk uit. Diagnose: zware hersenschudding. Echter bleef de Ruijter maar last houden van duizelingen, misselijkheid en hoofdpijn. Ook de maanden daarna ging het rotgevoel niet weg.
Rots in de branding
Tien jaar lang heeft De Ruijter de kleuren van de Trappers verdedigt. Het viel hem dan ook zwaar om deze beslissing te moeten nemen. In het afgelopen decennia kwam meerdere malen het gevoel naar boven om te stoppen, in verband met de zware combinatie van school, werk en ijshockey, maar ging hij toch door na gesprekken zijn vriendin, familie en ploeggenoten. Nu, door het noodlot gedwongen, valt het afscheid zwaar. “Maar na verloop van tijd maakt het vanzelf plaats voor trots”, denkt De Ruijter. “Trots op tien jaar in het eerste van de Trappers te hebben gespeeld.”
Nick de Ruijter was in Tilburg een publiekslieveling, kind van de club, een échte Tilburger, die altijd voor iedereen op kwam. Hij verloor ook bijna nooit een knokpartijtje op het ijs. En hij liet zijn gezicht vaak genoeg zien op Stappegoor. “Niet te vaak”, zegt hij met een lachende ondertoon. “Want om op de tribune te zitten terwijl je geblesseerd bent en naar je teammaten te moeten kijken was al zwaar genoeg.”
De Ruijter speelde 102 Oberliga duels en was goed voor 32 punten (15G, 17A). Hij pakte drie maal de titel met Trappers.