Afgelopen week werd bekend gemaakt dat het reguliere seizoen van de NHL is gestopt en dat men half augustus als het mogelijk is doorgaat met de play-offs.
Tevens betekende dat de winnaars bekend werden gemaakt van de trofeeën die er nu te verdelen zijn. Boston Bruins waren de grootverdieners met maar liefst drie prijzen.
ART ROSS TROPHY
Leon Draisaitl van de Edmonton Oilers werd de eerste Duitser ooit die de Art Ross Trophy op zijn naam mag schrijven. Draisaitl scoorde 110 punten (43G 67A) en bleef daarmee zijn ploeggenoot Connor McDavid met dertien punten voor. Met deze 110 punten behaalde hij ook de eerste plaats qua percentage. Hij scoorde punten in 78.9% van zijn wedstrijden. Ook met de drie volgende items eiste hij de eerste plaats op. De meeste assists met 67, game winning goals met tien en power-play punten met 44.
PRESIDENTS TROPHY
De Boston Bruins pakte voor de derde keer de Presidents Trophy. Na 1990 en 2014 was dit de derde. Honderd punten in 70 wedstrijden met een (44-14-12) en een punten percentage van 0.714.
MAURICE “ROCKET” RICHARD TROPHY
Voor de derde keer op rij en voor de negende keer in totaal was het wederom Alexander Ovechkin van de Washington Capitals die met 48 goals deze trofee opeiste. Hij moet hem dit keer wel delen met Boston Bruins David Pastrnak die er ook 48 in het netje schoof.
WILLIAM M. JENNINGS TROPHY
Ook deze prijs ging naar de Boston Bruins en wel voor het goalie duo Tuuka Rask en Jaroslav Halak. Rask speelde 41 wedstrijden en had daarin 2.12 tegengoals met een save percentage van .929 en vijf shutouts. Teamgenoot Halak speelde 31 wedstrijden en had daarin 2.39 tegengoals met een save percentage van .919 en drie shutouts.