Deel 1: ‘We moeten af van de angst om het niet functioneren van bondsbestuurders aan de kaak te stellen’


Face-Off IJshockey Nederland

In de jaren ’80 hadden we een sterke ijshockeysport. De Spelen van Lake Placid, een sterke competitie, internationaal stonden we er best goed op en ook de clubteams boekten best aardige resultaten. IJshockey kwam ook vrij regelmatig op tv voorbij. Ruim 30 jaar later is daar niet veel van over. Zeg gerust bar weinig. Schandalen, faillisementen, slecht functioneren van diverse besturen en bestuurders op club- en bondsniveau, weinig aansprekende successen, teruglopende (jeugd)leden. Het is de keiharde realiteit.

Lees ook: ‘BeNe League mogelijk met zeven teams van start’

Er is een vicieuze cirkel ontstaan waar het ijshockey zich niet aan lijkt te onttrekken. Ook de afgelopen maanden ontspon zich weer een rumoerig gevecht achter de schermen. Het is opnieuw een bewijs van hoe het structureel misgaat in de bestuurstop van het ijshockey. En waarom het niet verandert? Enerzijds omdat bestuurders niet verantwoordelijk gehouden (durven te) worden. Niet door clubs, spelers, coaches, clubbestuurders, ouders of vrijwilligers. Anderzijds omdat er heel weinig zelfreflectie lijkt te zijn. Een ‘het ligt altijd aan een ander’ gedachte. Moeten we niet eens af om het niet voldoende functioneren van bondsbestuurders aan de kaak te stellen? Daarbij kijk je niet naar de persoon, maar naar het funtioneren en de verantwoordelijkheden in een functie.

Als persoon X een periode op het pluche heeft gebivakkeerd en het gaat niet zo lekker? Pakken we terug op persoon Y die vroeger ook iets voor de sport heeft gedaan of betekend.

In dit meerluik gaan we in op een aantal facetten van deze problematiek, waarbij we zeker niet uit het oog verliezen dat er zaken goed gaan. Maar er moet afgerekend worden met een té lange traditie van onduidelijkheid, gesloten vizieren en krampachtig vasthouden aan oude gewoonten. Er moet doorgepakt worden op hoop, er moeten nieuwe standaarden gewaarborgd worden en er moet naar een toekomstbestendige sport gewerkt worden.

Door de bond, clubs, sponsoren en vrijwilligers. Door mensen met een verleden in het ijshockey  (kennis) die de handen ineen slaan met mensen die goede ideeën hebben (innovatie). Mensen die mogelijk nog niet zo lang in het ijshockey actief zijn. Of met mensen die misschien wel buiten het ijshockey actief zijn. Door de 5000 leden én de vele mensen die elke dag als vrijwilliger hun beste beentje voorzetten om hun geliefde sport te beoefenen. Op naar een toekomst van samen, waarin kritisch terugblikken gekoppeld wordt aan met open vizier vooruit kijken.

Devils Flyers BeNe League IJshockey
Foto: Paul Nicolaassen

FUNCTIONEREN

In de afgelopen decennia zijn er veel visies neergelegd die amper waargemaakt werden. Ambities uitgesproken zonder concreet te worden over termijnen. Of ons hoogste orgaan Nederlandse IJshockey Bond (NIJB) heette of, zoals nu, IJshockey Nederland (IJNL) is om het even. Er wordt wel eens gesproken van lood om oud ijzer en dat is wel degelijk een treffende vergelijking. Waar andere landen, voormalig tegenstanders op het WK van Oranje, wél de nodige stappen maakten op basis van ambitie en vasthoudendheid? Is het Nederlandse ijshockey op nagenoeg alle vlakken stil komen te staan. En dus achteruit gegaan.

Al decennia lang komen vaak dezelfde namen voorbij op key positions. Als persoon X een periode op het pluche heeft gebivakkeerd en het gaat niet zo lekker? Pakken we terug op persoon Y die vroeger ook iets voor de sport heeft gedaan of betekend. Onder het mom kennis van zaken. Waar je dan écht op teruggrijpt? Dat deze mensen allemaal actief zijn geweest in een periode waarin de sport zich op bestuursvlak (bond of club) meermaals belachelijk heeft gemaakt. Geert van der Meulen gaf dat onlangs in een reactie aan: “Ik heb het meer dan 50 jaar gevolgd en ben meer dan 30 jaar bij het ijshockey betrokken geweest. Het lijkt maar niet anders te kunnen. Het is ook maar een kleine sport waar steeds dezelfde namen weer opdoemen. Niks ten nadele van de goede mensen die er zeker zijn, maar bij mijn eerste bondsvergadering zag je veel namen die nu nog steeds iets in de melk hebben te brokkelen. Of dat op termijn goed is, is de vraag.”

En dat terwijl er in de afgelopen tien tot vijftien jaar (zelfs recenter) mensen bij de sport betrokken raakten die een nieuwe kijk op zaken hebben. Vanuit de mogelijkheden anno 2021, met de tools van nu. Er zijn dus wel degelijk opties om de zo gewenste frisse wind of koers te gaan varen in het bondsbestuur. Deze groep mensen wordt echter nagenoeg altijd ter zijde geschoven ten faveure van al zittende bestuurders. Vaak onder het mom van de continuïteit van het huidige beleid, of (zonder tegenkandidaat te presenteren of te dulden) een ideale kandidaat te presenteren.

Dat heeft veel weg van het fenomeen ‘Old Boys Network’. Een netwerk van oudgedienden of gevestigde namen van een bestuur, organisatie of onderneming die hun (machts)positie niet willen opgeven. Of na hun aftreden nog intensief contact houden met de organisatie om later weer ten tonele verschijnen.

‘OLD BOYS NETWORK’

Sla de stukken er maar op na. We zagen het laatst ook bij de benoeming van Jan Hopstaken om Ruud Vreeman op te volgen. In de notulen van den ALV van 11 september 2019 staat: “Het bondsbestuur is van mening dat Jan Hopstaken een ideale kandidaat is om Ruud Vreeman op te volgen als voorzitter. Zeker ook vanuit het oogpunt van continuïteit van het ingezette beleid.” Overigens werd deze voorgenomen onderhandse gunning van het voorzitterschap aan Hopstaken tegengehouden door clubs, nadat er flinke ophef was ontstaan over het niet volgen van de procedure die in de eigen statuten zijn opgenomen. Pas nadat er daadwerkelijk een verkiezing was opgetuigd, waarbij ook Naud van Berkel en Danny Micola von Fürstenrecht zich kandideerde, werd Hopstaken na stemming benoemd. En ook hier weer: Van Berkel en Micola zijn beiden betrokken geweest bij besturen in een eerdere periode van de sport.

Standaard teruggrijpen op oude namen lijkt een routinematig handelen te zijn geworden bij diverse bonden, besturen of organisaties. IJshockey Nederland is daar geen uitzondering in. Dat heeft veel weg van het fenomeen ‘Old Boys Network’. Voor hen die niet zo bekend zijn met deze term? Dat is een netwerk van oudgedienden of gevestigde namen van een bestuur, organisatie of onderneming die hun (machts)positie niet willen opgeven. Of na hun aftreden nog intensief contact houden met de organisatie om later weer ten tonele verschijnen.

Board Room IJshockey

VOORBEELDEN:

Zonder naar de personen te kijken, dus puur op de motivatie of de procedure, vinden we vier concrete voorbeelden van oud-gedienden of bekenden die hun opwachting maken in een bestuursfunctie. Waarbij termen als continuïteit, (enige) kandidaat van het bestuur, of eerdere betrekkingen naar voren komen.

Joop Vullers (2007): “Het huidige bestuurslid Joop Vullers wordt naar alle waarschijnlijkheid gekozen tot opvolger van Jan de Greef. In 2006 maakte Jan de Greef in een open brief duidelijk dat hij niet verder wilde als voorzitter van de NIJB. Daarmee kwam een nieuwe opzet van de bond, waartoe al een bestuurscommissie was gevormd, te vervallen. Vullers maakte in deze commissie een comeback in het ijshockey en bleef ook na het aftreden van De Greef beschikbaar voor een functie.

Zijn bekendheid in het wereldje dankt de 47-jarige marketeer aan zijn voorzitterschap bij Nijmegen halverwege de jaren negentig. Na het geruchtmakende faillissement van Flame Guards Nijmegen zette hij zijn schouders onder de herbouw van het ijshockey in de Keizerstad, wat leidde tot de formatie van Fulda Tigers. Vullers is de kandidaat van het bondsbestuur. Voor zover bekend hebben zich geen tegenkandidaten aangemeld, waardoor de verkiezing een formaliteit lijkt. Afgelopen maanden deden verschillende namen van buiten de ijshockeywereld de ronde als mogelijke kandidaten voor het voorzitterschap. Klaarblijkelijk is gekozen voor een interne oplossing binnen het bestuur.”

Rob van Rijswijk (2016): “In de glorieperiode (1980) van het Nederlandse ijshockey nam van Rijswijk de directeursfunctie bij de NIJB van zijn vader over. Nadat hij in de jaren ’90 de overstap maakt naar de IIHF keert hij in 2016 terug bij de nationale bond. Het bondsbestuur stelt de algemene ledenvergadering van december 2015 voor Rob van Rijswijk tot lid van het bestuur van de Nederlandse IJshockey Bond (vicevoorzitter). In 2017 heeft het bestuur van IJshockey Nederland Rob van Rijswijk aangesteld als algemeen directeur. Wellicht dat wij in de toekomst nog een beroep zullen doen op zijn kennis en kunde op het gebied van de nationale en internationale ijshockeysport.”

Jan Hopstaken (2019): “Hopstaken heeft sinds 2013 als Vice-Voorzitter zitting in het bondsbestuur van IJshockey Nederland. Hopstaken nam waar voor voorzitter Ruud Vreeman gedurende twee periodes. In 2014, toen Vreeman interim-burgemeester van Groningen werd en vanaf vanaf juni 2019, na het vertrek van Vreeman. In de afgelopen jaren heeft vicevoorzitter Jan Hopstaken regelmatig en langdurig de voorzitter van IJshockey Nederland op succesvolle wijze waargenomen. Daarnaast was Jan Hopstaken regelmatig de afgevaardigde van IJshockey Nederland tijdens congressen van de International Ice Hockey Federation (IIHF). Het bondsbestuur is van mening dat Jan Hopstaken een ideale kandidaat is om Ruud Vreeman op te volgen als voorzitter. Zeker ook vanuit het oogpunt van continuïteit van het ingezette beleid. Hierdoor zouden kosten en een tijdrovend proces van het openstellen van de vacature, selectie van kandidaten, et cetera (eventueel met behulp van een extern bureau) voorkomen kunnen worden. Bij het op deze wijze intern opvullen van de vacature legt de ALV de inmiddels de twee binnengekomen kandidaatstellingen voor het voorzitterschap naast zich neer, zonder er inhoudelijk op in te gaan.”

Theo van Gerwen (2020): Sinds juni 2019 werden de taken van Rob vanwege ziekte al door Theo van Gerwen waargenomen. Als directe opvolger van Rob van Rijswijk heeft het bestuur van IJshockey Nederland daarom Theo van Gerwen per 1 juni 2020 benoemd als directeur om zo de continuïteit te garanderen. Theo van Gerwen zal zowel technische als algemene zaken in zijn portefeuille hebben.

Bij de laatste verkiezingen voor het voorzitterschap in 2019 is ook van (minimaal) twee mensen bekend dat zij zich hebben aangeboden voor een bestuursfunctie. Beide kandidaten hebben lange tijd (lees: maanden) moeten wachten op een eerste reactie vanuit de bond. Sterker: één van die twee kandidaten wacht nog steeds op een inhoudelijke reactie. Daarmee lijk je als bondsbestuur ook niet echt (serieus) je best te doen om mensen die niet in de ‘inner circle’ zitten 1) te woord te staan of 2) als serieuze optie te overwegen om een bijdrage te leveren aan de sport. Er wordt wel eens gezegd ‘nieuwe mensen dienen zich niet aan’, maar als je dan op deze manier met ‘nieuwe’ mensen omgaat? Moet je op een gegeven moment ook niet raar opkijken als mensen de moeite niet meer nemen om zich aan te melden om iets te doen. Dan ontstaat er een ‘laat maar hangen’ gedachte bij mensen. De beeldvorming op dit vlak (‘er verandert toch niks’) wordt daarmee alleen maar versterkt.

Later deze week deel 2: ‘Na negen jaar bestuur is er weinig vooruitgang geboekt in het ijshockey’

Previous Save the Date: The Art of Max
Next BeNe League blijft overeind, start met acht teams aan seizoen 2021/2022