Ik had eigenlijk niks met de sport, totdat mijn dochter met een ijshockeyer thuiskwam. Sindsdien ga ik elk thuisduel naar Tilburg Trappers kijken, en ook -als het kan met werk- mee met uitwedstrijden in Duitsland.
Off-Ice is de maandelijkse longread van Face-Off waarin wij op zoek gaan naar de verhalen achter de mensen. Waarom en hoe diep zit ijshockey in de bloedbanen van deze supporters, clubs, clubmensen, spelers en liefhebbers?
Voor de eerste editie van Off-Ice reisden Ed Versteeve en Jacco van Keulen af naar Tilburg, waar zij spraken met Esther Coppens over haar liefde voor het ijshockey en haar favoriete ploeg: Tilburg Trappers.
Getrouwd, moeder van een studerende dochter en een puberende zoon, kraamverzorgster en sinds een kleine vier jaar verslingerd aan het ijshockey. Dat laatste is de schuld van dochter Demi. ,,Mam, ik ga met iemand uit. Je weet wel, die jongen in dat zwarte ijshockeypak en die stok in zijn handen. Ik had geen idee dat hij goed kon ijshockeyen, want voor mij was hij die jongen van de ERU reclame. Nu zie ik hem iedere thuiswedstrijd op Stappegoor spelen.” vertelt Esther Coppens lachend over de kennismaking met Tilburg Trappers verdediger Kilian van Gorp.
Het virus
,,Kilian is een rustige, lieve jongen. Mijn man en ik hadden allebei zoiets van ‘die jongen kán haast geen ijshockey spelen.’ Maar geloof me als ik zeg dat hij een goede bodycheck niet uit de weg gaat.”
Van Gorp speelt dan nog bij Kemphanen in Eindhoven, onder anderen met Raymond van der Schuit. ,,Van lieverlee werd ik steeds fanatieker, want we gingen samen met Kilian zijn ouders mee om wedstrijden te kijken. Dat is trouwens nog steeds zo, want Jacqueline (moeder van Kilian) en ik zitten samen met Bianca (de moeder van Giovanni Vogelaar) steevast het team en de (schoon)zoons aan te moedigen.”
De gemoedelijkheid rond de sport en de gezelligheid na afloop spreekt Coppens direct aan. ,,Ik had nooit een seizoenkaart ergens van of iets. Mijn man Maikel had seizoenkaarten van Feyenoord, dat vond hij prachtig. Maar het is niet te vergelijken met ijshockey. Dat is zo’n andere sfeer; supporters zitten door elkaar, drinken samen na afloop een pilsje, vaak ook nog met spelers erbij. Dat kan bij het voetbal niet zo heel snel. Je kunt gerust stellen dat ik direct gegrepen werd door het ijshockeyvirus.’ vertelt Esther bevlogen.
Ook als de relatie tussen dochter Demi en Kilian even spaak loopt, blijven Esther en Maikel hun Trappers trouw. ,,Dat was soms best lastig voor Demi, maar wij vonden de ambiance op Stappegoor prachtig en keken graag ijshockey. We wilden dat niet kwijt in die tijd. Op een gegeven moment waren we op vakantie in Egypte en daagde Demi Kilian een beetje uit om naar ons toe te komen. Maikel en ik hebben toen met Kilian alles geregeld dat hij inderdaad naar Egypte kwam. Sinds die tijd is het weer helemaal goed tussen die twee. Zij is druk met haar studie, hij met zijn sport. Ze begrijpen elkaar nu heel goed. En dus is Demi ook weer van de partij op de tribune.”
Amper gefaciliteerd
IJshockey is in Nederland een ondergeschoven kindje, zowel op mediagebied als op het gebied van het faciliteren van (top)talent. ,,IJshockey is een relatief dure sport, zeker als je er goed in bent. De ouders van Kilian hebben heel veel gedaan voor hem. Dat begon al in de jeugd van Tilburg; overal naartoe rijden met trainingen, wedstrijden, internationale toernooien, spullen kopen; alles werd uit eigen zak bekostigd. Daar kun je alleen maar diep respect voor hebben.” vertelt ze.
Het heeft alles te maken van het ontbreken van een NOC*NSF status in combinatie met media aandacht. ,,Als er meer financiële ondersteuning is voor talent, wordt het ijshockey daar al op jonge(re) leeftijd beter van. Maar dan moet er ook beleid gemaakt worden. Ik hoop dat de bond vanuit Tilburg nu de volgende stappen kan zetten. Dat je niet vanuit de angst denkt als er een stick breekt: ‘Oh oh, daar gaat weer 200 euro.’ Op het moment dat de media dan niet meer om de sport heen kan, krijg je aandacht en wordt het pas écht interressant. In Tilburg staat het in ieder geval goed op de kaart nu.” klinkt Esther hoopvol.
Autosport
Als klein meisje was het auto- en motorsport wat de klok sloeg in het gezin. ,,Mijn vader volgde de Formule 1 heel fanatiek en aangezien je destijds maar één TV had, keken mijn zus Lizzy en ik automatisch mee. Zelf mag ik ook graag naar Formule 1 kijken, en heb ik mijn rijbewijs voor de motor. Ik was eigenlijk nooit écht een klassiek ‘meisjes meisje’, dat verklaart waarschijnlijk ook waarom ik ijshockey zo leuk vind.”
Alsof het zo moest zijn, scheurt op dat moment een motor met het gas vol open langs het terras waar we zitten.
Esther vervolgt: ,,Er moet een beetje actie in sport zitten, vind ik. Het is eigenlijk gek dat Nederland niet beter is in ijshockey dan nu het geval is. We kunnen allemaal hartstikke goed schaatsen, hockeyen kunnen we ook prima, we schreeuwen moord en brand om een Elfstedentocht, maar toch wil het op één of andere manier niet vlotten.” merkt de Brabantse terecht op.
WK in Keulen
Ze bezocht ook het afgelopen WK in Keulen, inclusief de finale tussen Canada en Zweden. ,,Dat klinkt misschien raar, maar ik ging er voornamelijk voor de sfeer heen. Een groot stadion, de ambiance, je merkt dan wel heel goed dat je een paar niveautjes hoger zit te kijken dan de Nederlandse ploegen.”
Esther heeft geen uitgesproken voorkeur voor een NHL team. Opvallend, want veel mensen komen via het volgen van de Noord-Amerikaanse competitie voor het eerst in aanraking met ijshockey. ,,Die grote namen zeggen mij niet zo heel veel, maar ik ga dit seizoen Vancouver Canucks volgen. Wij gaan in mei op vakantie naar Vancouver, dus dan zou het mooi zijn als zij de playoffs halen. Al geloof ik best dat die kaarten dan heel duur zijn. Sowieso ben ik tijdens het WK van de mannen aanwezig. Zeker als dat in Tilburg is, waar de bond mee heeft ingeschreven.”
Uit en thuis
Coppens probeert niet alleen bij thuisduels aanwezig te zijn, maar -zeker bij de playoffs- ook wat uitduels mee te gaan. Haar gezicht breekt open van enthousiasme: ,,Die uitduels zijn écht een feestje. Ik ben met de auto naar Bayreuth geweest tegen Tigers. Zat je ineens bij de Tsjechische grens. Daar hebben Maikel en ik overnacht, toevallig in hetzelfde hotel als Trappers. Dat wisten we niet, want dat houdt Kilian goed gescheiden hoor. Sport en privé zijn twee verschillende werelden. Natuurlijk groeten we elkaar, maar meer ook niet. Hij is dan met het team écht met die wedstrijd bezig.”
Esther reisde ook mee naar Bad Tolz, waar Trappers in de finale serie speelde tegen Tölzer Löwen. ,,Dat was geweldig! Heel vroeg al de bus in met zijn allen. Overdag het stadje in, ‘s-avonds de wedstrijd kijken en dan weer terug met elkaar. Er heerst zo’n goede sfeer om dat soort duels heen, heel mooi om mee te maken.”
De Duitsers zijn over het algemeen blij met Tilburg in de Oberliga. ,,Er zijn best wat teams die nog op buitenbanen spelen. Als de supporters dan op Stappegoor komen is het altijd goed. Ze vinden ons stadion sfeervol, worden goed ontvangen, en na afloop zijn ze van harte welkom om een drankje te doen. Ondanks de soms haat en nijd bij beleidsbepalers, is dat op supportersniveau een stuk minder.”
Als mooiste voorbeeld haalt Esther de afloop van de finale aan. ,,We wonnen de serie met 3-1 en werden kampioen in eigen huis. De keeper van Löwen had zijn laatste wedstrijd gekeept en vond het prachtig dat hij gewoon met supporters van Trappers kon feesten. Beide supporters- en spelersgroepen hebben het laat gemaakt die nacht.” kijkt ze terug op het afgelopen seizoen.
Komend seizoen
Esther kijkt alweer uit naar het komende seizoen. ,,Natuurlijk zijn wij weer van de partij. Maar! We hebben best wat werk aan de winkel. Het vertrek van Larsson en Hagemeijer heb je niet zomaar ‘eventjes’ opgevangen. Aan de andere kant is Tilburg als een warm bad voor nieuwkomers, ze voelen zich snel thuis.”
,,Het belangrijkste is dat we de playoffs weer halen. Vanaf daar zie je iets in de ploeg sluipen, een haast onoverwinnelijk gevoel lijkt het wel. Drie titels op rij is mogelijk, en dan hoop ik dat het politieke gedoe ten einde is en Trappers naar DEL2 mag promoveren. Ik heb er in ieder geval weer ontzettend veel zin in. Ja, je kunt gerust zeggen dat ik inmiddels ijshockey gek ben!” sluit Coppens af.