Dertig jaar geleden won Edmonton Oilers voor de vijfde keer de Stanley Cup. Iets wat compleet ondenkbaar was twee jaar nadat Wayne Gretzky was vertrokken naar Los Angeles. Een reconstructie van het onwerkelijke seizoen.
Dramatische start en weigerende speler
Nog voor het seizoen begon was er al een alarmerend bericht met betrekking tot de vaste nummer een doelman Grant Fuhr. Hij moest een spoedoperatie ondergaan aan zijn blinde darm, waardoor hij de start op het nieuwe seizoen zou gaan missen. Bill Ranford was de vaste back-up en die kon aan het seizoen beginnen. Tot overmaat van ramp weigerde Jimmy Carson (de topscoorder van het vorige seizoen en de man die de opvolger was van Gretzky) om te spelen en eiste een trade. Die kon toentertijd gewoon op de tribune gaan zitten. General Manager Glen Sather was van zulks gedrag niet gediend.
tekst gaat verder onder de foto
Na twintig wedstrijden (een kwart van het seizoen) hadden de Oilers er daar maar zes van gewonnen en stonden laatste in de Smythe Divisie. Toen werd er ingegrepen door het management. En het werd nog dramatischer want goalie Grant Fuhr was hersteld van zijn blindedarmoperatie maar raakte ernstig geblesseerd aan zijn schouder en was daarmee uitgeschakeld tot ongeveer februari. Carson kreeg zijn gewenste trade naar de Detroit Red Wings (zijn geboortestad). Voor Carson kwamen naar Edmonton aanvallers Petr Klima, Joe Murphy en Adam Graves. Ook verdediger Jeff Sharples kwam mee in de deal.
De ommekeer
Mede door deze trades kreeg het team aanvallend meer vermogen en werd de tweede lijn een groot succes. Want de tweede lijn bestond uit de aangetrokken Murphy en Graves tezamen met Martin Gelinas. De jongens kregen al snel de bijnaam van ‘The Kid Line’ want Graves en Murphy waren 21 en Gelinas 19.
tekst gaat verder onder de foto
De tweede serie van twintig wedstrijden werden afgesloten met 15-2-3. En na veertig wedstrijden stonden de Oilers tweede in de NHL achter de Buffalo Sabres en eerste in de Smythe Divisie. Toch kwam er weer wat zand in de motor te zitten want in het derde deel van de competitie werd het 7-8-5. In het vierde deel ging het weer een stuk beter met 10-8-2 en eindigde de Oilers met 38 overwinningen 28 keer verlies en veertien keer verlies na overtime.
Dit hield in dat ze uiteindelijk tweede werden in de Smythe Divisie en vijfde in de gehele stand. Grant Fuhr raakte twee wedstrijden voor het einde van het reguliere seizoen weer geblesseerd aan zijn schouders en voor hem was het seizoen daarmee afgelopen. De enige speler die boven de 100 punten grens kwam voor de Oilers was Mark Messier. Hij eindigde op de tweede plaats met zeven punten minder dan Wayne Gretzky.
Play-off mirakels
In de eerste ronde van de play-offs moesten de Oilers aantreden tegen Winnipeg Jets. Na vier wedstrijden stond het al snel 3-1 voor de Jets en gaven de kenners weinig kansen meer aan de Oilers omdat die nooit meer drie wedstrijden op rij zouden winnen zonder Wayne Gretzky. De stand was 3-1 in de wedstrijd aan het eind van de tweede periode. Twee breakaways achter elkaar van de Jets werden gestopt door Bill Ranford, en uit de tegenaanval na de tweede breakaway scoorde de Oilers de aansluitingstreffer. Een paar seconden later lag ook de 3-3 in het net en men kon aan de pauze.
In de derde periode was het Mark Messier die de overwinning pakte. Ook game zes werd een overwinning voor de Oilers met 4-3 door de game winning goal van Jarri Kurri. Game zeven ging eigenlijk vrij gemakkelijk voor de mannen van coach John Muckler. Het werd 4-1 voor de Oilers.
tekst gaat verder onder de video
Daarna moest er in de Divisie finale aangetreden worden tegen Los Angeles Kings die dus Wayne Gretzky van Edmonton naar L.A. hadden gehaald. Dat zou andere koek zijn dan de Jets en daar werd nipt van gewonnen na zeven wedstrijden. Hoe anders werd het? De Oilers sweepte de Kings met 4-0. Wayne Gretzky werd compleet in bedwang gehouden door de Finse aanvaller Esa Tikkanen en kwam maar tot een punt. de Oilers scoorden 24 goals en de Kings maar tien. De uitslagen in deze serie waren 7-0, 6-1, 5-4, en 6-5.
tekst gaat verder onder de video
Stanley Cup finale 1990 Edmonton Oilers – Boston Bruins
De zogenaamde kenners moesten wel bekennen dat de Oilers een wonder hadden behaald, door de Stanley Cup finale te bereiken. Maar tegen Boston Bruins waren ze toch echt niet opgewassen en al zeer zeker niet zonder Wayne Gretzky.
De eerste wedstrijd werd gespeeld in de Boston Garden. Boston was veel beter met 52 schoten op goal, maar Oilers goalie Bill Ranford speelde een fenomenale wedstrijd. De Oilers kwamen tot 31 schoten in die wedstrijd. Na veertig minuten stond het 2-0 voor de Oilers door goals van Adam Graves en Glenn Anderson. In de derde periode wist Ray Bourque twee keer te scoren voor de Bruins waaronder de gelijkmaker anderhalve minuut voor tijd.
Het duurde tot ver in de derde overtime voordat Petr Klima de winnende achter Bruins goalie Andy Moog binnen schoot.
tekst gaat verder onder de video
De tweede wedstrijd was wederom een prooi voor de Oilers en wel met 7-2. De hoofdrol was weggelegd voor Jari Kurri met een hattrick en twee assists. Bruins goalie Andy Moog werd na 24 minuten vervangen omdat hij van de vier schoten er maar een wist te stoppen. Zijn vervanger Rejean Jemelin werd in de laatste vijf minuten van de tweede periode nog even drie keer gepasseerd.
tekst gaat verder onder de video
Game drie werd gespeeld in Edmonton in het Northlands Coliseum. Binnen tien seconden lag de eerste goal al achter Bill Ranford. John Byce scoorde de snelle goal. Aan het eind van de eerste periode werd het zelfs 2-0 voor de Bruins door een goal van Greg Johnston. Was Andy Moog de schlemiel van game twee in game drie was hij de held want hij werd maar een keer gepasseerd. En wel pas in de 45ste minuut door Esa Tikkanen.
tekst gaat verder onder de video
Game vier werd weer een redelijk makkelijke wedstrijd voor de mannen uit Edmonton. Na veertig minuten stond het al weer 4-0. De eindstand werd 5-1. Mede dankzij twee goals van Glenn Anderson en Craig Simpson.
De eerste periode van game vijf ging nog gelijk op. Beide goalies bleken niet te passeren in de eerste twintig minuten. Maar in periode twee en drie sloegen de Oilers weer toe. Vier keer op rij werd er gescoord. Glen Anderson, Craig Simpson, Steve Smith en Joe Murphy waren trefzeker. De tegengoal drie minuten voor tijd door Lyndon Byers was er een voor de statistieken zoals men zo mooi kan zeggen.
tekst gaat verder onder de video
Sportsnet heeft er dertig jaar later nog een mooie documentaire van gemaakt.