Dit seizoen gaat face-off.nl bij elk Eredivisieteam op bezoek voor een kijkje in de keuken. We praten met bestuursleden, coaches en uiteraard spelers over de liefde voor de sport, de clubcultuur en de ambities. Vandaag staan de Eindhoven Kemphanen centraal.
LEES OOK: Eredivisie Inside: Nijmegen Devils
Elke ijshockeyer is een ambassadeur voor de sport
Op woensdagavond 13 november net na 18:00 uur is Eindhoven letterlijk de City of Light. Ontelbaar veel auto’s schijnen hun koplampen over het Silicon Valley van Nederland. Rondom het ijssportcentrum in een prachtig bosrijk deel van de stad neemt de bedrijvigheid toe. Recreanten wandelen met hun noren in de tas richting het ijspaleis. Tegelijkertijd lopen kinderen en tieners met ijshockeysticks het terrein op. Eenmaal binnen treffen we de fanatiek trainende U23-groep die zich met plezier in het zweet werkt. Als de avond valt komen de Kemphanen tot leven.
Wanneer de vechtvogels om 20:15 hun training starten, schuiven voorzitter Tom van Doorne en technisch & commercieel manager Nico van Galen Last aan. Kort daarvoor spraken we met hoofdcoach Stefan Collard en elftalbegeleider Sjef Cuijpers. De eersten die we die avond ontmoeten zijn de spelers: de ervaren Niels Lemans, de Zweedse sterspeler Jakob Karlsson en toptalent Valerius NG.
Face-Off: Niels, wat is de sleutel voor de succesvolle start van dit seizoen?
Lemans: “De goede voorbereiding. We hebben meteen nuttige oefenwedstrijden gespeeld en we zaten vanaf de start allemaal op één lijn. Dat betaalt zich nu terug. Tegen Leeuwarden valt onze captain weg en is het zaak dat niet mee terug het ijs op te nemen. Dan moet een ander zich bewijzen. Als team zijn we zo sterk geworden dat we ook een dergelijk incident aankunnen. Hoe moeilijk het ook was in die wedstrijd, we vergeten nooit waar we voor gaan: het hoogste.”
tekst gaat verder onder de foto
Lemans: “Het niveau is echt flink gestegen en de spanning is nu nog groter dan vorig jaar. De competitie heeft ook een lekker ritme. Voor de spelers is het mogelijk om in een spannende en goed bezochte competitie (zes van de twaalf clubs trekken gemiddeld tussen de 800 en 1200 toeschouwers, red.) op een prima niveau te spelen. Tegelijkertijd is het te combineren met je privéleven. Daarom zie je bij steeds meer clubs naast jong talent ook goede spelers spelen in de leeftijdscategorie van eind twintig tot ruim dertig.”
Face-Off: Wat is op dit moment de specifieke rol van de routiniers in het team van de Kemphanen?
Lemans: “In samenwerking met onze coach pakken we zaken op en praten we met de jonge jongens. Door ze tijdens de training maar ook in de wedstrijd te wijzen op bepaalde zaken kunnen ze makkelijker groeien. Dat praten is uiteraard wel gericht op beter worden. Als we wat tegen ze zeggen moet het meteen duidelijk zijn dat ze er beter van worden en het team dus ook. Afbranden heeft gezin. Die jonge jongens moeten vertrouwen krijgen, dan leren ze sneller. En wat dat betreft hebben we leergierige jonge gasten die steeds vaker zelf vragen stellen.”
Face-Off: Jullie spelen nu in drie weken twee absolute topwedstrijden. Beïnvloedt dat de voorbereiding op zo’n wedstrijd?
Lemans: “Voor een wedstrijd tegen Leeuwarden en volgende week tegen Nijmegen ga je net wat meer op bepaalde details in. Juist die topwedstrijden worden vaak op kleine dingen beslist. Dus voor die wedstrijden zoek je het meer in de details dan in nog meer kracht- of conditietraining.”
Vervolgens ontmoeten we Jakob Karlsson, de vijfentwintigjarige Zweedse sterspeler van Eindhoven.
Face-Off: Jakob, wat is voor jou de reden geweest om in Eindhoven te gaan spelen?
Karlsson: “Nou, ik had de keuze uit enkele clubs in Europa maar ik kende iemand uit Nederland waar ik een paar keer op visite was geweest. Ik maakte via mijn agent vervolgens kennis met Eindhoven. Het team maakte een goede indruk op mij en ik was eigenlijk meteen enthousiast. Het voelde al heel snel goed.”
Face-Off: Train je buiten de twee teamtrainingen en de wedstrijd ook nog individueel? Hoe ziet je week eruit?
Karlsson: “Buiten het ijshockey train ik nog drie keer per week in de gym. Daarnaast werk ik vier keer per week, dat heeft de club ook heel soepel voor me geregeld.”
tekst gaat verder onder de foto
Face-Off: Hoe kijk je naar het ijshockey dat je hier speelt?
Karlsson: “We hebben bijna alle teams al een keer ontmoet en we maken echt wel kans op het kampioenschap en dat motiveert enorm. Ik zei het al aan het begin van het seizoen maar dat werd niet meteen geloofd maar we liggen op koers.”
Face-Off: Is die “wij komen om te winnen-mentaliteit” iets dat jij met de andere ervaren spelers probeert over te brengen op de jonge beginnende spelers?
Karlsson: “Zeker, samen met defenseman Ethan Hawes die zelf nog jong is (22 jaar, red.) maar al heel ervaren proberen we die mentaliteit steeds op het ijs te brengen en de jonge jongens daarin mee te nemen. De oudere spelers hebben dat al van zichzelf, dus Ethan en ik sluiten daar goed bij aan en de rookies pikken het snel op.”
tekst gaat verder onder de foto
Karlsson vervolgt: “Kijk, wedstrijden zoals tegen Amsterdam, Leeuwarden en volgende week Nijmegen zijn de wedstrijden waar je ijshockey voor speelt. Er staat veel op het spel en dan is er maar één optie: we are here to win. Ik vond mezelf tegen Leeuwarden niet goed maar iedereen in ons team haalt op dit moment een goed basisniveau, niemand zakt door die ondergrens. Dat maakt ons heel stabiel. Ik denk dat we iets speciaals hebben, hier in Eindhoven.”
We spraken ook met Valerius NG, één van de opvallendste Nederlandse talenten uit de competitie.
Face-Off: Valerius, dit is je eerste jaar in de Eredivisie bij Eindhoven. Hoe beleef je de overgang nu je meteen in de top van deze competitie speelt?
NG: “Het is wel echt anders. Ik leer heel veel en dat is belangrijk. We krijgen vertrouwen als jonge spelers en dan kun je makkelijker mee met het niveau van de groep. De snelheid van het spel is veel hoger, dat merk je. Eigenlijk is alles van het spel op dit niveau beter en daar hebben we als jonge spelers veel aan. Je moet nu ook wel serieuzer met de sport omgaan. Meer trainen maar ook goed rusten.”
Face-Off: Afgelopen zaterdag speelde je thuis meteen de topper tegen Leeuwarden. Hoe ging je die wedstrijd in?
NG: “Je wilt gewoon winnen en als het dan even tegen zit omdat we onze aanvoerder in het begin verliezen, pak je de draad samen op. Je moet gewoon door. En we wonnen!”
tekst gaat verder onder de foto
Face-Off: wat is je doel dit seizoen?
NG: “De competitie is heel spannend. Het is leuk dat veel teams nu dicht bij elkaar zitten. Het geeft ook weer motivatie om er nog harder tegenaan te gaan. Want we willen wel het kampioenschap!”
Dan is het tijd voor de spelers om te gaan en spreken we hoofdcoach Stefan Collard en teambegeleider Sjef Cuijpers. Het gesprek start met de invulling van de voorbereiding van dit seizoen.
Collard: “We wilden direct een stap zetten wat betreft de filosofie en de discipline. Iedereen betrokken maken was een sleuteldoelstelling. We hebben ingezet op veel vertrouwen geven en ruimte voor creativiteit bieden. Wat betreft de discipline is het vanaf dag één duidelijk: zonder maximale inzet is er geen plek in de selectie. Die mix van het sturen op je veilig voelen en tegelijkertijd aantonen dat er alleen met maximale inzet goede resultaten gehaald kunnen worden, heeft een uitstekede voorbereiding opgeleverd. Daar was gelukkig ook ruimte voor de nodige teambuilding. De spelers moeten graag naar de club komen en er alles voor over hebben om te kunnen spelen. Dan moet je die spelers ook wel iets bieden en ze coachen op kracht, spelplezier en teamgeest.”
Cuijpers: “Je ziet het vertrouwen en de lol in het spelletje sterk toenemen. Spelers gaan voor elkaar door het vuur en dat is naast de technische kant van de trainingen een sterk element van de voorbereiding geweest.”
Face-Off: Welk doel staat centraal dit seizoen?
Collard: “het doel is voor ons vooral de manier van spelen en de wijze waarop we met elkaar omgaan als team. We willen een groep zijn waarbinnen spelers elkaar corrigeren, motiveren en ondersteunen. Vanuit die basis willen we dominant ijshockey spelen met genoeg ruimte voor creativiteit. Ten slotte willen we een selectie zijn met zoveel mogelijk diepgang. Zo heeft elke lijn zijn eigen kracht en is er in de special teams genoeg variatie mogelijk. En ja we willen zeker de titel. Maar de filosofie start bij de passie voor het spel en het elkaar ondersteunen.”
Nadat Collard en Cuijpers verder gaan met de voorbereiding op de training ontmoeten we boven in de skihut voorzitter Tom van Doorne en de technisch en commercieel manager Nico van Galen Last.
Face-Off: Wat is het doel voor de Eindhoven Kemphanen op de langere termijn?
Van Doorne: “Nico en ik zijn vijf, zes jaar geleden samen ingestapt om met het bestuur de Kemphanen opnieuw op te bouwen. De focus is nog steeds een tweesporenbeleid: ontwikkeling in de breedte en tegelijkertijd werken aan een sterk eerste team als motor voor de hele Kemphanengemeenschap. We hebben aan de ene kant veel aandacht hebben voor de jeugdopleiding en het damesijshockey. Dat gaat zo goed dat we het damesteam straks gaan splitsen naar twee teams.
Het U17-team zal uiteindelijk uitgroeien tot een competitieteam in de recreantendivisie. Maar ook vanuit de jongste categorie hebben we goed nieuws: bij de ijshockeyschool zijn 26 nieuwe kinderen gestart. Deze ontwikkeling koesteren we door te investeren in trainers en relevante ijstijd voor alle leden. Het aanbieden van goede en leuke trainingen en begeleiding waarbij alle ijshockeyers zich thuis voelen, is het belangrijkste in dat traject. Dat begint al bij de allerkleinsten.”
tekst gaat verder onder foto
Van Galen Last: “We werken met vaste waarden die onze coaches ook letterlijk onderschrijven. We voldoen aan de vier basiseisen voor de sportsector. Er is een verplichte VOG voor vrijwilligers, er is een vertrouwenspersoon, coaches en trainers zijn vakkundig geschoold en er is de verenigingsbrede gedragscode. In de jeugd is het wat de Kemphanen betreft absoluut een kernwaarde dat er gedeelde ijstijd is. Het kan niet zo zijn dat jonge gasten zich uit de naad werken op de training en voor de wedstrijd met ouders naar Den Haag rijden om vervolgens drie minuten op het ijs te staan.
Elke ijshockeyer is een ambassadeur voor de sport, dan moet je ze ook een reden geven om trots te zijn op het ijshockey. Op die manier houden we leden ook langer aan boord. Ze krijgen veel kansen en tijd om zich te ontwikkelen. Maar let op, we werken ook met extra’s voor de jonkies en pubers die extra talent hebben en meer willen. Als er landelijk steeds meer kinderen gaan ijshockeyen dan is de sport op lange termijn goed gezond te houden. De eerste teams van de eredivisieclubs kunnen dan ook Nederlandse spelers blijven selecteren.
Face-Off: Hoe kijken jullie op dit moment tegen de Eredivisie aan?
Van Doorne: “We zijn positief uiteraard. De toeschouwersaantallen stijgen flink. De concurrentie is groot in de top en de middenmoot. Er komen nu ook steeds betere spelers op af. We zijn als clubs nu veel meer als één geheel in overleg met elkaar. Natuurlijk botst het nog wel eens maar er is echt een goede ontwikkeling gaande als het gaat om de gemeenschappelijke betrokkenheid bij de competitie. Daar komt bij dat op zakelijk terrein er ook wat mooie dingen gaande zijn. Zo is er bijvoorbeeld het project met de streamingsdienst ijshockey.live. Dat zijn allemaal stappen die bijdragen aan een gedegen en gezamenlijke aanpak van de competitie.
Face-Off: Hoe houden jullie een sportorganisatie als de Kemphanen van de jeugd tot aan het eerste team sportief en financieel gezond?
Van Galen Last: “Je moet een doordacht plan hebben en een solide organisatie waar afspraken nageleefd worden en er echte betrokkenheid is. Zowel de vrijwilligers als de sponsoren moeten zich welkom voelen, zich herkennen in de club maar er ook bij betrokken willen zijn. Dat geldt natuurlijk eveneens voor de spelers en de supporters. De kernwaarde is en blijft de Kemphanen zo organiseren dat er op de lange termijn bestaansrecht is en er sportieve en sociale doelen gehaald worden. Een belangrijk punt is daarbij de balans tussen de financiële gezondheid en de kracht van het eerste team. Dat is het andere onderdeel van het tweesporenbeleid. Het Eredivisieteam is het boegbeeld van de club. Als dat goed draait, is het goed voor alle spelers in de club.
Het is het vliegwiel van succes en stabiliteit. De sponsoring groeit, de bezoekersaantallen nemen toe en dat geeft het bestuur weer ruimte voor beleid. Maar we houden wel een bepaalde buffer aan, altijd. We gaan geen onverantwoorde risico’s nemen. Dat heeft als voordeel dat we in staat zijn de kosten van het lidmaatschap goed in de gaten te houden en de leden daardoor financieel niet het vel over de oren hoeven te trekken. IJshockey is namelijk niet de goedkoopste sport. Als we dat beleid goed uitvoeren en het transparant naar buiten brengen, ziet iedereen de samenhang tussen een goed renderend eerste team en de olievlekwerking van dat succes naar de rest van de club. De toekomst van de jonge leden moet altijd het doel zijn.“
Terwijl op het ijs coach Stefan Collard en teambegeleider Sjef Cuijpers tevreden toezien hoe de spelers van Eindhoven zich op de pucks storten, keren de managers terug naar hun taken. Zij richten zich weer op het onderhouden en versterken van de Eindhoven Kemphanen als sportorganisatie.
Eindhoven gaat fier aan kop, klaar voor het volgende gevecht: morgen 16 november om 20:15 tegen de Lions in de Optisport-Arena te Dordrecht.
Bronvermelding: eliteprospects, ijshockeyfoto.nl, Eindhoven Kemphanen, Roel Louwers/Isosportsphotography